De leerlingen gaan in kleinere groepen aan de slag. Om en om gooien de leerlingen met een dobbelsteen. Ieder getal staat hierbij voor een vraag ter evaluatie op een les, lesinhoud of bepaalde vaardigheden.
Bijvoorbeeld:
1 gooien: welke opdrachten uit hoofdstuk 3 gingen jou het makkelijkste af en hoe kwam dit?
2 gooien: hoeveel tekstverbanden kon jij vinden in tekst 1 en hoe kwam dit?
3 gooien: wat vond je het moeilijkst uit hoofdstuk 2, hoe kwam dit en waar heb je nog hulp bij nodig?
4 gooien: wat vond je van de uitleg die werd gegeven over het onderwerp, zou je iets liever anders zien?
5 gooien: hoe heb je geleerd voor de toets van hoofdstuk 1 en hoe zou je dit de volgende keer aanpakken?
6 gooien: wat zou je graag anders zien in de volgende les en waarom?

De groepsleden noteren de uitkomsten van de evaluatievragen kort op papier. Deze uitkomsten kunnen nog klassikaal worden uitgewisseld. Dit kan interessante input opleveren voor de toepassing van differentiatie.