RTTI-methode

Het RTTI-systeem gaat uit van vier verschillende cognitieve niveaus.
R - reproductie
T - toepassingsgerichtniveau 1 (training) 
T - toepassinggerichtniveau 2 (transfer
I - inzicht  

 



Reproductie 
Reproductie staat voor het herinneren en letterlijk uit het hoofd leren. Reproductievragen worden gebruikt voor lesstof waarvan het van cruciaal belang is dat leerlingen deze informatie uit het hoofd leren. De leerlingen voegen binnen deze vraagvorm zelf niet toe. 

Toepassingsgerichtniveau 1
Binnen deze vraagvorm passen leerlingen zelf kennis en/of vaardigheden toe volgens de getrainde en geoefende manieren of methodes. Er worden vaste en herkenbare structuren of formules toegepast. De situatie die wordt geschetst is vergelijkbaar met de geoefende situaties en dit zal voor de leerlingen een herkenbare situatie zijn.

Toepassingsgerichtniveau 2
Op dit niveau passen leerlingen kennis of vaardigheden toe binnen een onherkenbare situatie. De methodes of informatie die nodig is om zaken op te lossen is wel eerder geleerd. De leerlingen moeten informatie met elkaar combineren om dit type vraag goed te kunnen beantwoorden. Deze vraagvormen zijn niet getraind binnen de lessen.

Inzicht
De leerling construeert binnen dit niveau zelf een bepaalde context en een methode of een manier om tot een juist antwoord te komen. Er wordt om een hoge mate van zelfstandigheid van de leerlingen gevraagd binnen dit niveau. De leerling moet zelfstandig verbanden kunnen leggen en er wordt een beroep gedaan op het kunnen voorstructureren en inkaderen. 

Door toetsen in te delen volgens dit RTTI-systeem kan snel zichtbaar worden waar een leerling nog aan moet werken en hoe de leerling hierin ondersteund kan worden. Op deze manier kunnen de gegevens die ontstaan bij het maken van toetsen door leerlingen makkelijker geanalyseerd worden.

Bron: Marzano, 2015