Differentiatie: inhoud

Er kunnen verschillende differentiërende leeractiviteiten worden toegepast binnen de inhoud van een les. Zo kan er rekening gehouden worden met het beheersingsniveau, maar ook met de interessegebieden van leerlingen of hun leervoorkeur.

1. Basis en uitdagende opdrachten of verrijking 
Om sterkere leerlingen uit te dagen en zwakkere en gemiddelde leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden kan er worden gewerkt met basisopdrachten en verrijkingsopdrachten binnen een les. In veel methoden wordt er gewerkt met extra opdrachten, plusopdrachten of steropdrachten. Wanneer er met eigen materiaal wordt gewerkt kan er gewerkt worden met vraagstellingen op verschillende niveaus. De RTTI-methode, OBIT-methode of de Taxonomie van Bloom kunnen hierbij handige instrumenten zijn. 

2. Verschillende soorten materialen 
Naast het tekstboek kan er bijvoorbeeld gewerkt worden met internetbronnen, visueel materiaal, hulpkaarten en video's. Door te werken met verschillende soorten materialen, eventueel verschillend in moeilijkheidsgraad, kunnen aansluiten bij de verschillende leerniveaus, interesses en leervoorkeuren van de leerlingen. 

3. Keuze uit verschillende onderwerpen
Eveneens kan er differentiatie worden toegepast door leerlingen een keuze te geven uit verschillende onderwerpen binnen de verwerking. Zo kan er bijvoorbeeld geoefend worden met de vaardigheid begrijpend lezen waarbij de ene tekst over natuurgebieden gaat en de andere tekst over populaire vloggers. Door aan te sluiten bij de interesse wordt vaak de context van opdrachten beter begrepen omdat er wordt aangesloten bij de voorkennis (van Loor, 2017). 

4. Verschillende soorten opdrachten
Bovendien kan er binnen één bepaald onderwerp gewerkt worden met verschillende soorten opdrachten. Zo kan er aan de hand van een leestekst gekozen worden om deze te verwerkingen aan de hand van het opstellen van een samenvatting, het opstellen van een sleutelschema of een mindmap. Op deze manier kan er worden aangesloten bij de leervoorkeuren van leerlingen.